Uitdrukkingen voor het onderhouden van vastgoed zijn aan verandering onderhevig. Onderhoudsbeleid gebaseerd op prestatiecontracten, ketenpartners, resultaatgericht vastgoedonderhoud en/of regisserend opdrachtgeverschap staan, naar het zich laat aanzien, voor steeds beter en efficiënter onderhoud met (nog) lagere onderhoudskosten. De ultieme oplossingen voor vastgoedbeheerders in een voortdurende zoektocht naar budgetzekerheid en een gegarandeerde kwaliteit! In grote lijnen komt het erop neer dat samen met een onderhoudsbedrijf eisen en kosten worden afgesproken die gekoppeld worden aan het door de opdrachtgever gewenste kwaliteitsniveau en exploitatieperiode. Het onderhoudsbedrijf legt zich daarmee vast deze kwaliteitseisen te realiseren tegen vooraf overeengekomen kosten voor een langere periode. Het onderhoudsbedrijf krijgt daarbij, binnen gestelde randvoorwaarden, de vrijheid het onderhoudswerk zelf in te richten. Transparantie en vertrouwen is het motto. Wat de naam voor een nieuw onderhoudsbeleid ook mag zijn, opdrachtgevers zoeken naar een betere kwaliteit tegen lagere kosten, mindere risico’s en minder inzet van eigen organisatie. “Met minder mensen meer, beter en voordeliger vastgoed beheren”.
Het COT wordt regelmatig gevraagd om als onafhankelijke partij te beoordelen of doelstellingen – zowel financieel als kwalitatief – zijn of worden gerealiseerd. Uit beoordelingen komt naar voren dat een kwaliteitsverbetering en het terugdringen van kosten niet altijd duidelijk gemaakt kunnen worden. In sommige gevallen blijken onderhoudsbedrijven – geconfronteerd met contractueel vastgelegde afspraken en daaraan verbonden risico’s – veel verder te gaan in hun voorstellen dan technisch gezien strikt noodzakelijk is. Vrij nieuwe woningen krijgen dan bijvoorbeeld te maken – althans volgens voorspellingen van onderhoudsbedrijven – met aanzienlijke kosten voor preventieve maatregelen en saneringswerkzaamheden. Voorheen waren relatief goedkopere éénlaagse afwerkingen (1½ – beurt) de maatstaf voor goed onderhoud. In het kader van het vooruitstrevende onderhoudsbeleid staan soms duurdere tweelaagse afwerkingen (2 ½ -beurt) op het programma. Een duidelijke technische noodzaak blijkt vaak niet aanwezig, maar gerekend wordt het wel. “Het onderhoudsbedrijf heeft een ander belang dan de opdrachtgever”
Het streven van een opdrachtgever om met minder mensen beter en voordeliger vastgoed te gaan beheren gaat in sommige gevallen gepaard met het verdwijnen van kennis en ervaring binnen de eigen organisatie. Vraag is of een opdrachtgever, nu en op termijn, wel kan opereren als gelijkwaardige partner in een dergelijk samenwerkingsverband. Het COT schetst hiermee geen al te positief beeld, maar doet dit wel op basis van ervaring. Het COT kan een bijdrage leveren in de zoektocht naar budgetzekerheid en een gegarandeerde kwaliteit door het onafhankelijk beoordelen van onderhoudssituaties, begrotingen en/of de kwaliteit van geleverde werkzaamheden.
“Vertrouwen en transparantie zijn vast goed, controle is beter!”