Onderzoek gevelbekleding: Voor een projectontwikkelaar van een nieuwbouwcomplex doet het COT een onderzoek naar gevelbekleding. De cement gebonden gevelbekleding is toegepast bij eengezinswoningen. Omdat de gevelbekleding alleen leverbaar was in standaard RAL kleuren en een aantal NCS kleuren, is er een verfsysteem in een andere kleurstelling aangebracht op de onbehandelde gevelbekleding. Door de betrokken verffabrikant is een technisch advies gemaakt, waarin is opgegeven dat er een acrylaat verfsysteem moet worden aangebracht. De laagdikte van het verfsysteem moet aan de binnenkant van de beplating minimaal 80 micrometer en aan de buitenkant 150 micrometer bedragen. Ongeveer 20 weken na het aanbrengen van de beplating op de woningen, is er een witte verkleuring geconstateerd en na de vorstperiode in hetzelfde jaar is er blaasvorming in het verfsysteem waargenomen.

Oriënterend onderzoek in het werk

De in verschillende kleuren afgewerkte gevelbeplating is zowel horizontaal (gepotdekseld) als verticaal aangebracht, met RVS schroeven en kunststof volgringen. Tijdens de inspectie is vastgesteld dat de beplating op de woningen voldoende geventileerd is aangebracht. Op veel beplatingdelen komt in meer en mindere mate een witte waas en blaasvorming voor en plaatselijk is er onthechting opgetreden. Het breukvlak ligt tussen de verschillende lagen en tot de ondergrond. De kopse kanten zijn plaatselijk poreus van uiterlijk en het verfsysteem op deze plaatsen is niet gesloten aangebracht. Met behulp van een oriënterende vochtmeter zijn verhoogde en hoge vochtgehaltes vastgesteld in de ondergrond. Op de gedeeltes waar onthechting is opgetreden, is met behulp van pH papier vastgesteld, dat de beplating sterk alkalisch (pH waarde 12) is. Voor nader laboratorium onderzoek zijn er verfschilfers verzameld en zijn er beplatingsdelen meegenomen van een nog niet gemonteerde partij, die in een container is opgeslagen.

Laboratoriumonderzoek

Door middel van infrarood spectrometrie is op het laboratorium van het COT bepaald dat het spectrum van de primer en de dekverf overeenkomt met een acrylaat. Door middel van microscopisch onderzoek is vastgesteld dat de laagdikte aan de achter- en voorzijde van de panelen, aanmerkelijk minder is dan door de verffabrikant is voorgeschreven. Aan de achterkant zijn laagdiktes gemeten van 14 tot 35 micrometer en aan de voorkant van 39 tot 85 micrometer. Tevens is van de beplatingdelen die zijn meegenomen uit het werk, de bestandheid tegen vocht bij 22 ºC en vorst bij – 10 ºC bepaald. Tijdens deze test is vastgesteld dat het vochtgehalte in de beplating in sterke mate toeneemt en dat er blaasvorming in het verfsysteem en een witte verkleuring is opgetreden onder deze omstandigheden.

Bespreking van de resultaten en advies

Op basis van het onderzoek in het werk en het laboratoriumonderzoek kan worden gesteld, dat de beplating sterk hygroscopisch is. Door deze eigenschap, in combinatie met de sterke alkaliteit van de beplating en de grote waterdoorlatendheid van het verfsysteem, (onvoldoende laagdikte) zijn de gebreken onder vochtige omstandigheden ontstaan.

Omdat het niet mogelijk is om de achterkanten van de beplating te behandelen is de veilige herstelmethode het vervangen van de beplating door nieuwe onderhoudsarme beplating. Bij het onderhavige geval wordt eerst beoordeeld of  het geheel verwijderen van het verfsysteem met gebreken en het opnieuw afwerken van de kopse kanten en buitenkant van de beplating, met een alkalivast verfsysteem ook kan leiden tot een acceptabel resultaat. Indien voor de laatste bewerking wordt gekozen is het belangrijk dat er proefvlakken worden aangebracht op de gedeeltes met veel gebreken. Na een aantal maanden waarin een vorstperiode is opgenomen, kan dan worden bepaald of deze wijze van herstel een duurzaam resultaat oplevert. Uitgangspunt hierbij is dat de hoge vochtgehaltes in de ondergrond blijvend moeten worden gereconditioneerd tot lagere waarden en dat er geen gebreken meer mogen ontstaan.